fbpx

Werken aan je persoonlijke groei is niet altijd gemakkelijk. Je moet ervoor uit je comfortzone komen. Samen met je coach ga je op zere plekken duwen en dat doet pijn. Niet leuk, maar wel nodig. Want zonder ongemak geen groei. Maar dat betekent nog niet dat het altijd kommer en kwel moet zijn. Daarom vind ik humor en relativeren bij individuele coaching ontzettend belangrijk.

 

In de intake zeg ik het altijd al tegen mijn coachees: “Kijk, je wilt dingen gaan veranderen en dat gaat niet vanzelf. Het zal vaak ongemakkelijk zijn en soms flink pijn doen. Maar het goede nieuws is dat we ook veel zullen lachen. Want ik zeg maar zo: “Een sessie niet gelachen = een sessie niet gelukt.”

Een sessie niet gelachen = een sessie niet gelukt.

Dat meen ik echt. In een coachtraject onderzoek ik samen met mijn coachees dingen waar ze in vastlopen. Vaak hangt dat samen met oude en hardnekkige patronen. Die zitten daar niet voor niets. Ze zijn er vaak al lang en ontstaan met een dringende reden. Daaraan sleutelen betekent uit je comfortzone komen.

Lachen om je uitglijders

Ongemak hoort daarbij en dat is helemaal niet zo erg. Belangrijk is dat het je jezelf gunt om te struikelen, te vallen en weer op te staan. Vooral om jezelf daar niet te streng op af te rekenen. Zie het, schud je hoofd eens en probeer het opnieuw. Lach om je eigen uitglijders, want die zorgen ervoor dat je leert.

Begrijp me niet verkeerd, ongemak is goed. Dat een tijdje verdragen is confronterend en niet fijn maar wel leerzaam. Het helpt je uit je oude patroon komen. Het zet de deur naar ander, effectiever gedrag op een kier. Maar het geeft ook spanning en vanuit spanning stappen zetten is heel lastig. Dat gaat veel gemakkelijker als je meer ontspannen bent. Een beetje lichtheid helpt daarbij. Het haalt de zwaarte uit het gesprek, dat merk ik iedere keer weer.

Humor en relativeren bij individuele coaching, lachen op je uitglijders

Wisselwerking tussen spanning en lichtheid

Daarom vind ik het zo belangrijk om momenten van spanning verdragen af te wisselen met momenten van luchtigheid. Bijvoorbeeld door er een grappige metafoor in te gooien, eentje waarin de coachee zichzelf kan herkennen. Een vinger opsteken en met een glimlach zeggen: “Ja, daar is ie weer!”, wil ook nog wel eens lucht geven.

Samen gniffelen om een uitglijder relativeert. Een oud patroon  waar je met lichte zelfspot naar kunt kijken, kun je gemakkelijker accepteren dan eentje waar je je vreselijk over opwindt. Ben je eenmaal zover dat je je uitglijders met een lach, ook al is het dan misschien een zure, kunt aanvaarden, gaat de deur naar ander gedrag weer wat verder open.

Ter illustratie neem ik je mee in een paar voorbeelden uit mijn praktijk.

Uit de praktijk: 14 x sorry

Het is de eerste sessie na de intake. We hebben het Toen en Nu redelijk in kaart gebracht en weten waaraan we gaan werken om het Later een ander gezicht te geven. Oude patronen aanpakken dus en vervangen door ander, nieuw gedrag. Dat gaat niet zonder het aanraken van plekken die zeer doen.

Dat gaan we vandaag dan ook doen. Rusteloos zit hij in de stoel schuin tegenover mij. De oefening die we doen brengt hem naar zijn diepgewortelde neiging om zich overal voor te verontschuldigen.

We onderzoeken momenten in zijn leven waarop deze gewoonte zich begon te vormen en komen langs pijnlijke momenten in zijn verleden. Het liefst wil hij daar zo snel mogelijk weg, maar zo zijn we niet getrouwd. Want als je echt van een oud patroon af wilt, zul je eerst goed moeten voelen waar het zit en wat het doet.

Na de oefening praten we er nog even over na. Ik zie dat hij er nog erg gespannen bij zit en vertel dit aan hem. “Sorry”, roept hij direct. Ik trek een wenkbrauw op. “Hé”, zeg ik, “waar heb ik dit eerder gehoord?” Zijn gezicht betrekt. “Ik doe het weer, wat een sukkel ben ik toch.” Zijn schouders zakken en er komt een frons op zijn gezicht. Ik glimlach en zeg: “Ja hoor eens, die sorry van jou zit daar al 50 jaar. Denk je nou dat je die na een half uurtje opstapt? Dat zou dan toch wel een wonder mogen heten.” “Nee, vast niet”, zegt hij bedrukt.

In het vervolg van de sessie komt zijn “sorry” om de drie zinnen op de proppen. Telkens steek ik dan mijn vinger op en zet een turfje op mijn schrijfblok. Na de vijfde keer kan hij erom lachen en roept hij schaterend: “Ja hoor, daar is ie weer!” Turvend maken we de sessie af. We komen in totaal tot 14 turfjes. Hij ligt erom in een deuk.

De huiswerkopdracht laat zich raden: turf de komende periode iedere dag je sorry’s. Hij moet er nu al om lachen.

Een mooi voorbeeld van de helende kracht van humor. Op het moment dat je om je eigen missers kunt lachen, ben je al bezig met de verandering.

Uit de praktijk: tienduizend kilo lichter

Hij zit in een roerige periode van zijn leven. Qua werk en privéleven ligt er veel op zijn bord. Veel dingen zijn onzeker, onvoorspelbaar en niet te beïnvloeden.

We doen een oefening waarbij we  inzoomen op onderliggende gevoelens. Dat is nieuw voor hem, want tot nu toe heeft hij alleen maar gepiekerd over alle onzekerheden en bijbehorende doemscenario’s. Inzoomen op het gevoel van onzekerheid en machteloosheid en dit actief beleven is eng en emotioneel. Maar we doen het.

“Ik weet niet wat ik moet doen!”, roept hij op gepijnigde toon. “Nou, dat weten we allemaal wel eens niet”, breng ik in het midden. “Er is zo veel onzeker in je leven op dit moment, je zou een superheld zijn als je daar nu op dit moment allemaal pasklare oplossingen voor zou hebben.” Hij kijkt me bedrukt aan. “Het is eigenlijk helemaal niet raar hè, dat ik me machteloos voel. Ik kan hier ook echt helemaal niets aan doen. Ik heb hier gewoon geen invloed op.”

Door de tranen heen schemert een glimlach. Dan gaat hij nog een stap verder: “Eigenlijk best arrogant van me hè, dat ik alles in de hand wil hebben. Dat kan helemaal niet!” Zijn glimlach wordt breder.

De focus is nu verlegd van de beroemde cirkel van betrokkenheid naar de even beroemde cirkel van invloed. In die cirkel zijn wel degelijk stappen te zetten. Daar zoomen we op in.

Aan het eind van de sessie slaakt hij een diepe zucht en zegt: “Ik voel me tienduizend kilo lichter.”

Ik voel me tienduizend kilo lichter.

Een typisch geval van ruimte geven aan een valide gevoel en daarop inzoomen. Vervolgens zoom je uit en plaats je het in een ander perspectief. Relativeren dus. Het gevoel dat het allemaal wat minder groot is dan je denkt en dat machteloos voelen best mag, vermindert het gevoel van er alleen voor staan.

Uit de praktijk: mijn hoofdpijn is weg!

Ze zit tegen een burn out aan en heeft eigenlijk geen fut voor dit gesprek. Maar haar leidinggevende heeft gezegd dat het een waardevolle investering is, daarom zit ze hier nu. Ze is moe en heeft hoofdpijn. Niks nieuws, want die heeft ze bijna altijd. Maar vooruit dan maar, laten we het gesprek aangaan.

Al pratend komen we er al snel achter dat bij haar alles draait om het voldoen aan de verwachtingen en behoeften van anderen. Ik vraag waar ze van ontspant. Nou, van lange wandelingen. Op mijn vraag of ze dat weleens doet, knikt ze direct. Hoe vaak dan? Eeeeeh, nou…….. Bij een beetje doorvragen blijkt dat ze het eigenlijk maar heel zelden doet, maar er wel vaak aan denkt.

Deze sessie maar aandacht geven aan overtuigingen die haar tot dit voortdurend aan het rennen zijn voor anderen aanzetten. Daar heb ik een mooie werkvorm voor, die werkt met het leggen en ordenen van kaartjes.

Ze gaat ermee aan de slag en concentreert zich op de kaartjes. Patronen komen direct en heel sterk naar voren. Een enorme stapel overtuigingen. “Alsjemenou”, zeg ik met een schalkse blik, “daar zou ik toch doodmoe van worden!” Een waterig glimlachje breekt door.

In reactie op mijn verdiepende vragen rommelt ze nog wat met de stapeltjes. Ze worden steeds hoger. Nu ze ziet wat ze doet, wordt ze er een beetje giechelig van. Vanuit die stemming is het gemakkelijker om echt eerlijk te zijn naar zichzelf en de kaartjes op de juiste stapel te leggen.

Als de stapeltjes allemaal naar haar zin liggen, leunt ze ontspannen achterover en is ze even stil. “Tja,” zegt ze peinzend, “ik maak het mezelf wel heel moeilijk, hè?” “Hm”, zeg ik terwijl ik een wenkbrauw optrek. Ze kijk me aan en dan lachen we er samen smakelijk om.

“Hoe is het eigenlijk met je hoofdpijn?”, vraag ik. Ze kijkt me aan en haar mond valt een stukje open. “Hé, mijn hoofdpijn is weg!”

Hé, mijn hoofdpijn is weg!

Dit praktijkvoorbeeld laat nog een ander effect van humor en relativeren zien. Samen met lichtheid naar oude patronen en ineffectief gedrag kijken heeft niet alleen effect op je gemoedstoestand. Het heeft ook een ontspannend effect op het lichaam.

Lachen ontspant

Dat spanning in het lichaam een relatie heeft met spanning in de geest is niet vreemd. In de coachpraktijk hebben we vaak te maken met stressgerelateerde lichamelijke klachten. Haal de spanning van de situatie en je haalt de spanning van het lijf. 

Voor een lachend gezicht gebruik je minder gezichtsspieren dan voor een frons. Feitelijk kost het je dus minder energie. Energie die je voor iets anders kunt gebruiken. Maar lachen doet veel meer met je lichaam.

Als je lacht, haal je anders adem, span je andere spieren aan. Het heeft effect op je ademhaling en je hartslag. Allemaal veranderingen waardoor de sympathische tak van ons zenuwstelsel, het gaspedaal dat verantwoordelijk is voor onze  vlucht-, vecht- of bevriesmodus, tot rust komt. Hierdoor ontstaat er ruimte voor activering van de parasympathische tak van ons zenuwstelsel, onze acculader, die ervoor zorgt dat we kunnen herstellen van stress en weer in balans komen. In eenvoudige woorden: fysieke ontspanning stimuleert ontspanning van de geest. Het hangt allemaal zo mooi met elkaar samen.

De spiegelprins, deel 3

Verandering vraagt inspanning

Ik zei het al eerder: als je iets aan oude en hardnekkige patronen wilt veranderen, dan kost dat moeite. In zijn prachtige boek De reis van Grote Panda en Kleine Draak stelt James Norbury dan ook terecht:

“Grote veranderingen vragen grote inspanning.”

Dat is waar. Want als het makkelijk was om de verandering te bewerkstelligen, dan hadden mijn coachees het toch al veel eerder gedaan. Maar door het toevoegen van een beetje lichtheid en luchtigheid kan de inspanning een klein beetje minder zwaar aanvoelen.

Want wat ik mijn coachees ook altijd voorhoud, is dat zij de moeite hebben genomen en de moed hebben getoond om de eerste stappen te zetten die naar die verandering leiden. Dat zijn de eerste stappen op een woelige reis die niet altijd eenvoudig is. Daarom is het goed zo nu en dan kleurige bloemen langs het pad te planten. Want zoals Grote Panda tegen Kleine Draak zegt:

“Soms moet je gewoon een beetje gek doen”

James Norbury

Grote Panda en Kleine Draak, James Norbury

De reis van Grote Panda en Kleine Draak, James Norbury

Wil je ook de eerste stappen zetten op een woelige reis naar nieuwe patronen en kun je daarbij wat humor en relativeren gebruiken? Neem hier contact met me op over de mogelijkheden van individuele coaching.